Een rechter heeft bepaalt dat de FBI niet hoeft prijs te geven wie en hoe de iPhone van de San Bernardino-shooter gekraakt kon worden. Ook het bedrag dat de FBI daarvoor heeft betaald mag geheim blijven.
Apple staat er niet om bekend om zomaar toegang te geven tot haar producten voor de autoriteiten. Het bedrijf ontving hierdoor veel kritiek omdat bijvoorbeeld iPhones van terroristen ook niet ingekeken konden worden. Zo werd na de schietpartij in San Bernardino in 2015 de iPhone 5C gevonden van de dader maar Apple weigerde principieel om eigenhandig met de FBI samen te werken. De autoriteiten starten een rechtszaak om Apple hiertoe te dwingen maar die werd al snel teruggetrokken omdat een niet nader genoemd bedrijf had aangeboden de iPhone te kraken. Met succes.
Enkele nieuwsorganisaties stapten vervolgens naar de rechter om de naam van het bedrijf en details van de kraakpoging te achterhalen. Een federale rechter steekt daar nu een stokje voor. Volgens rechter Tanya Chutkan zou het bedrijf dat verantwoordelijk is voor de hack zelf slachtoffer kunnen worden van hackers waarbij de succesvolle methode op straat zou kunnen belanden. Omdat dit niet in het algemene belang is werd de claim verworpen. Ook hoeft de FBI niet te vertellen hoeveel het betaalde voor het binnenkomen van de iPhone al ging eerder nog onofficieel het bedrag rond van ongeveer 1 miljoen dollar. Het is overigens nog maar de vraag of de hackmethode die op de iPhone 5C werd toegepast werkzaam is op andere iPhones. Iets wat we door deze uitspraak niet te weten zullen komen.
Foto: Karlis Dambrans (cc)
(Via)