Beste cameraphones zoeken
Goede cameraphone nodig? Hier vind je een overzicht van de best geteste cameratelefoons van dit moment. Stuk voor stuk hebben ze een zeer goed beoordeelde camera aan boord. Weten welke telefoon de beste camera heeft? Dan is dit het startpunt van je zoektocht. Lees verder
Laat een ervaring achter en maak kans op € 50
Afbeeldingen zijn op schaal, zo kun je het formaat eenvoudig vergelijken
Nagenoeg iedere smartphone heeft vandaag één en vaak meerdere camera's. Fabrikanten proberen je te paaien met aantal megapixels, hoge ISO-waarden en meerdere sensoren. Laat je daar echter niet door verleiden. Er zijn bedrijven die cameratelefoons zo objectief mogelijk op detail testen. DxOMark is zo één. Telefoons die minstens een score van 105 behaalden vind je hier.
DxOMark
Bovenstaande lijst is gebaseerd op de resultaten van DxOMark Image Labs uit Frankrijk. Zij testen sinds 2008 camerasensoren. Zij kennen een score toe gebaseerd op kleurdiepte, dynamisch bereik en prestaties bij weinig licht. Sinds 2012 test DxOMark ook mobiele telefoons en vanaf 2019 wordt ook van de selfiecamera een score gegeven.
De meetmethode van DxOMark is niet onomstreden. Het beoordelen van de fotokwaliteit is deels subjectief. Sommige zaken als kleurechtheid en ruis zijn goed te meten, andere zaken juist niet. Uiteindelijk vind iemand een bepaald plaatje mooier dan de ander. Ook laat DxOMark zich door telefoonfabrikanten betalen om hun producten te testen. Dat tast de objectiviteit aan. Over het algemeen is de DxOMark-score meer een richtlijn dan een harde statistiek. Van alle andere beschikbare alternatieven geldt wel dat de DxOMark-score één van de betere is.
In september 2019 breidde DxOMark haar score uit zodat ook de groothoeklens en nachtmodus meewegen in het eindoordeel. Hierdoor veranderden enkele telefoons van score. Het is niet de eerste keer dat DxOMark haar testplan aanpast. Ook in 2017 wijzigde die toen het ook de bokeh (portretmodus), zoomkwaliteit en prestaties bij weinig licht ging beoordelen.
Geschiedenis van de cameratelefoon
De trend van cameratelefoons is aan komen waaien uit Japan. Er bestaat twijfel over wie precies de eerste cameratelefoon uitbracht maar waarschijnlijk gaat de eer naar Sharp. Over wie de eerste foto met een telefoon verstuurde bestaat geen twijfel. Dat was de Fransman Philippe Kahn. Hij verstuurde op 11 juni 1997 een foto van z'n nieuwgeboren dochter naar familie en vrienden. Hij gebruikte daarvoor een digitale camera die hij aan z'n laptop en mobiele telefoon gekoppeld had en daarvoor zelf software geschreven had. Er bleek een enorme behoefte aan mobiele camera's met deelmogelijkheid. In 2003 werden er al meer cameratelefoons verkocht dan losse digitale camera's. Twee jaar later zou Nokia de grootste camerafabrikant wereldwijd worden.
Megapixelrace
Nadat vrijwel iedere telefoonfabrikant een cameratelefoon in het assortiment had begon de befaamde megapixelrace. Hierbij werd gesuggereerd dat meer megapixels een betere foto zou opleveren. Het lukte om sensoren met steeds meer megapixels in een dunne telefoon te stoppen met als absoluut hoogtepunt Nokia in 2012 met de introductie van de 808 PureView. Deze beschikte over een 41 megapixel camera.
Ondanks dat de model symbool lijkt geworden van de absurdheid van de megapixelrace, stond de PureView wel voor een geheel andere filosofie. Namelijk van het toepassen van een grotere sensor die daardoor meer licht opvangt en oversampling. Hierbij wordt de informatie van meerdere pixels gebruikt om één superpixel te maken. Technieken die andere fabrikanten pas jaren later zouden omarmen.
ISO, sluitertijd en aperture
Wie zich wel eens verdiept heeft in fotografie is termen als ISO, sluitertijd en aperture wel eens tegengekomen. Die-hard fotograven stellen die zaken het liefst zelf in al is de automatische stand de afgelopen jaren steeds beter geworden en daardoor enorm populair. Het is vooral Apple met de iPhone die de automatische stand tot kunst verheven heeft. Er was zelfs jarenlang geen mogelijkheid om handmatig instellingen aan te passen.
ISO-waarde
Wie wel de volledige controle over z'n foto's wil hebben moet drie zaken kennen; de ISO-waarde, sluitertijd en de aperture. Het is de heilige drie eenheid van fotograven; de exposure triangle. Wanneer je iets over deze drie dingen weet snap je waarom foto's er uit zien zoals ze zijn. Met ISO-waarde wordt de filmgevoeligheid van de sensor bedoeld. Hoe hoger dit getal hoe lichtgevoeliger . Een hoge ISO-waarde heeft z'n prijs; het gaat gepaard met ruis en opnames worden korreliger. Laat je daarom niet verleiden door extreem hoge maximale ISO-waarden voor het doen van een aanschaf. Bij de meeste cameratelefoons kun je de ISO-waarde zelf instellen via de handmatige modus.
Sluitertijd
De sluitertijd of belichtingstijd is de duur waarop de sensor wordt blootgesteld aan licht. Voor die sensor zit een sluiter die kort opent en dan weer dichtgaat. Als dit snel gebeurt dan ontvangt de sensor minder licht dan wanneer je voor een lange sluitertijd kiest. Meestal hebben we het over fracties van een seconde. Korte sluitertijden kies je voor snel bewegende onderwerpen zoals bij sportfotografie. Met lange sluitertijden, van vele seconde of zelfs minuten, leg je de sterrenhemel vast. Hierbij gebruik je een statief omdat er absoluut geen beweging mag zijn. Vooral door met de sluitertijd te spelen kun je creatieve opnames krijgen, bijvoorbeeld van lichtstrepen van verkeer of bewegend water van een stromend beekje.
Aperture
Derde punt is de aperture, ook wel apertuur. De aperture is vergelijkbaar met de iris in je oog en wordt uitgedrukt in een zogenaamd f-getal. Het zegt iets over de opening van het diafragma. Hoe lager het getal hoe groter de opening en hoe meer licht de sensor kan bereiken. Een lage aperture gebruik je bij weinig licht, een hoge aperture juist overdag met voldoende licht. Met de aperture kun je ook de scherptediepte regelen. Hierbij zijn onderdelen wel of niet scherp, bijvoorbeeld de achtergrond niet en voorgrond wel.